19 mei Verjaring en letselschade
Op 22 april 2022 heeft de Hoge Raad zich uitgelaten over de
vraag van Allianz of zij als aansprakelijkheidsverzekeraar een schadevergoeding
moet betalen aan het slachtoffer, zelfs als het eigen recht van het slachtoffer
op grond van artikel 6 lid 1 van de Wet Aansprakelijkheid Motorrijtuigen
(hierna: WAM) inmiddels is verjaard.
De casus
Op 29 februari 2000 vindt er een aanrijding tussen 2 auto’s
plaats. De veroorzaker van het ongeval is verzekerd bij Allianz dat op 26 juli
2002 de aansprakelijkheid voor het ongeval erkent. Het slachtoffer en Allianz
hebben – na een aantal voorschotten te hebben betaald – onderhandeld over de
hoogte van de schadevergoeding. Hier zijn zij echter niet uitgekomen en Allianz
heeft op 11 december 2008 de onderhandelingen afgebroken. De veroorzaker van
het ongeval (de verzekerde van Allianz) is op 10 november 2009 overleden en
zijn erfgenamen hebben de erfenis van hun nabestaande zuiver aanvaard. Bij
zuiver aanvaarden kunnen schulden verhaald worden op de erfgenamen.
De gerechtelijke procedures
Op 2 oktober 2013 dient het slachtoffer van het ongeval een
vordering tot schadevergoeding in bij de rechtbank. Deze vordering wordt
afgewezen door de rechter, want op grond van artikel 10 lid 5 WAM is de
vordering verjaard. De verjaringstermijn bedraagt 3 jaar na de laatste
onderhandelingen met de aansprakelijke verzekeraar. De onderhandelingen zijn in
2008 gestaakt, waardoor deze termijn bijna 5 jaren bedraagt.
Als gevolg van deze uitspraak heeft het slachtoffer de erfgenamen
van de veroorzaker van het ongeval aangeschreven met de mededeling dat hij zijn
schade op hen zal verhalen. Het slachtoffer heeft een afschrift van de brief
aan Allianz verstuurd met de mededeling dat hij genoodzaakt is om zijn schade
rechtstreeks op de nabestaanden te verhalen omdat Allianz weigert de geleden
schade aan het slachtoffer uit te keren.
Ook het verzoek om schadevergoeding dat wordt ingediend
tegen de erfgenamen leidt tot een gerechtelijke procedure. Via de Rechtbank
(die de erfgenamen in het gelijk stelt) en het Gerechtshof (die het slachtoffer
in het gelijk stelt) komt de zaak uiteindelijk bij de Hoge Raad.
Uiteindelijke conclusie van de Hoge Raad
De Hoge Raad bepaalt uiteindelijk dat het recht van het
slachtoffer om een schadevergoeding te vorderen verjaard is. Het recht om op
grond van de WAM een schadevergoeding te vorderen verjaart immers binnen 3 jaar
na de laatste onderhandelingen.
Artikel 7:954 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW)
biedt echter een escaperoute voor het slachtoffer. De vordering op Allianz is
weliswaar verjaard, maar dat geldt niet voor de vordering van het slachtoffer
op de erfgenamen. Dit komt omdat de verjaringstermijn voor de vordering op de
erfgenamen 5 jaar bedraagt en daar viel de aanmaning aan de erfgenamen wel
binnen. De erfgenamen kunnen nu zij aansprakelijk zijn voor de schade een
beroep doen op de verzekeringsovereenkomst met Allianz. Allianz moet op haar
beurt een schadevergoeding betalen aan de erfgenamen, maar het slachtoffer kan
op grond van artikel 7:954 lid 1 BW ook verzoeken dat Allianz het bedrag dat
zij aan de erfgenamen moet uitkeren direct aan het slachtoffer uitkeert.
Zodoende heeft het slachtoffer toch een schadevergoeding van Allianz kunnen
krijgen ondanks dat het recht op schadevergoeding op grond van artikel 6 lid 1
WAM verjaard was.
Vragen?
Heb je vragen over deze blog en/of andere letselschaderecht kwesties ? Benader dan gerust ons team van LetselschadePlus via mr. Willeke Krieger (krieger@tlcadvocaten.nl). Ook kun je ons bereiken op 053- 303 3000 of via info@tlcadvocaten.nl.
Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.